Banken het meest winstgevend
Dit zegt Driek Desmet van adviesbureau McKinsey in Het Financieele Dagblad. “Met een totale winst na belasting van 597 miljard euro waren banken in 2006 veruit de meest winstgevende sector ter wereld.”
Op de tweede plaats komen energiebedrijven die in 2006 een totale nettowinst van 468 miljard euro maakte. Op de derde plaats komen de producenten van grondstoffen met een totale winst van 216 miljard euro. Verzekeraars eindigden op de vierde plaats met 177 miljard euro winst.
Ten gevolge van de kredietcrisis hebben banken al ongeveer 100 miljard moeten afschrijven. Toch verwacht McKinsey dat de omzet van banken de komende tien jaar met gemiddeld 7,5 procent per jaar blijft groeien. Dit is een half procent meer dan de verwachte jaarlijkse groei van de wereldeconomie.
De groei is vooral te danken aan de cumulatieve opbouw van spaartegoeden over de afgelopen decennia en de globalisering. Volgens McKinsey was de totale waarde van alle spaargelden en beleggingen in aandelen en staats- en bedrijfsobligaties in 2006 euro 127 duizend miljard.
In 2000 was dit nog euro 71 duizend miljard. De totale waarde van deze portefeuille is in de afgelopen tien jaar met 10% toegenomen. Voor de komende jaren verwacht het adviesbureau met 7,5% slechts een licht lagere groei. De vergrijzing in het Westen heeft hier maar een beperkt dempende werking op.
Nederlandse banken en verzekeraars zijn volgens Desmet goed gepositioneerd om te profiteren van de groei. “Nederland heeft mede dankzij zijn pensioenfondsen grote financiële reserves.”
De totale waarde van spaargelden en beleggingen van Nederlanders bedraagt ruim 4,5 keer het Nederlandse bruto binnenlands product. Dit is het hoogste ter wereld. Op de tweede en derde plaats komen Japan en Singapore. Daarna volgen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.