‘Assets aan lager wal…’ (over gestrande activa)

Welke activa heeft uw bedrijf te hoog gewaardeerd in de boeken staan ten gevolge van veranderende markten?

De laatste jaren spitst de dialoog over klimaatverandering tussen ondernemingen en beleggers zich steeds nadrukkelijker toe op het concept van ‘gestrande activa’. In andere woorden: activa in fossiele brandstoffen (olie en gas, kolenmijnbouw, elektriciteitsbedrijven) kunnen ‘stranden’ – activa kunnen stranden als gevolg van veranderingen in regelgeving, maatschappelijke verwachtingen, ontwrichtende technologie of milieuomstandigheden).

Dit vormt een systeemrisico voor markten én economieën. Van de obsoleet geworden gasvelden, niet rendabel meer te winnen olievelden, ed. – tot aan grote gevolgen voor bijvoorbeeld de vastgoedsector, die steeds nadrukkelijker aan duurzaamheidsvereisten moet voldoen. Het kan ertoe leiden dat een aanzienlijk deel van de huidige gebouwen onverhuurbaar wordt – dat worden ‘stranded assets’ op basis van latere beleidsinstrumenten.

Gestrande activa zijn activa die niet langer meer rendabel geëxploiteerd kunnen worden. En daar kunnen we er de komende tijd nog heel wat van verwachten. Het zijn daarmee veelal activa die te hoog gewaardeerd in de boeken staan. Waarbij we kunnen denken aan heel diverse sectoren. De luchtvaartindustrie bijvoorbeeld – de gestrande activa van de KLM bijvoorbeeld kunnen deze met louter staatshulp overeind gehouden onderneming zomaar omtoveren tot een zombie bedrijf… En ook de voedingsmiddelenindustrie (bv. de junk food) kan nog wat verwachten door de hele productieketen heen – tot aan obsolete, overgewaardeerde merken aan toe.

Dit brengt drie belangrijke zaken naar voren. In de eerste plaats aard en omvang van de afwaarderingen. Grote afwaarderingen liggen op de loer; immers, activa zijn gebaseerd op toekomstige opbrengsten. Vraag is dan of het ‘operationele’ afwaarderingen zijn (minder productiestraten, bijvoorbeeld, of minder locaties), of ‘strategische’ afwaarderingen (het herschikken van de portfolio).

In de tweede plaats het vermogen te kunnen omschakelen. Zitten we vast in ‘het oude’, of kunnen we de activa herpositioneren naar nieuwe kansen?! Het heeft daarmee – richting waarde potentieel – een belangrijke signaalfunctie – is er strategische flexibiliteit, organisatorisch veranderpotentieel en bestuurlijke veerkracht (en ook investeringskapitaal) om een omslag te kunnen maken?
En ten slotte informatie en communicatie. Bovenstaande gaat vaak gepaard met schattingsonzekerheid – hoe goed waardeer je activa in de toekomst? Beleggers krijgen daar nog veel te weinig gefundeerde informatie over. Ondernemingen, bestuurders (én commissarissen), accountants en toezichthouders moeten zich meer dan ooit realiseren dat in onzekere tijden verhelderende toelichtingen noodzakelijk zijn.

Er is toenemende behoefte aan – maar ook dwingend sprake van – actieve contacten tussen beleggers en ondernemingen in het licht van gestrande activa. Actieve aandeelhouders spelen een nuttige rol bij het steunen van ondernemingen om te voorkomen dat zij – met obsolete activa – aan lager wal raken.

Door Leo van de Voort. Hij is bestuursadviseur bij Fuel for Living Strategies, voormalig directeur corporate finance Kempen & Co en co-auteur van het boek Risicovreugde.

Gerelateerde artikelen