2018, jaar van de hoogconjunctuur?

De Eurozone blijft over de hele breedte sterk draaien en voorspellingen voor de groei worden naar boven bijgesteld. De noodzaak voor het stimuleren van de economie neemt daarmee af.

Veel landen publiceerden deze week de cijfers voor het derde kwartaal en de resultaten blijven uitstekend. In Duitsland groeide de economie met 0,8% kwartaal-op-kwartaal. In Nederland daalde de groei ten opzichte van het spectaculaire tweede kwartaal tot 0,4%. De jaarlijkse groei is nog steeds 3,3%, wat Nederland in de Europese kopgroep houdt. Zelfs in Italië viel de groei met 0,5% hoger uit dan verwacht, al zal dat nieuws wat ondergesneeuwd zijn door het nationale drama van het missen van het WK volgend jaar.

De aansterkende groei in de Eurozone heeft menigeen verrast, inclusief de statistici die de cijfers bijhouden. De economische activiteit van de afgelopen kwartalen is omhoog bijgesteld, hetgeen de economie ook sneller in de buurt van de potentiële output – een geschatte grootte van de economie zonder cyclische beslommeringen – brengt. De Europese Commissie publiceerde deze week een update van haar voorspellingen voor de komende jaren en wat blijkt: de Europese economie groeit volgend jaar een klein beetje boven haar potentieel uit. Dit is sneller dan verwacht. In sommige landen, waaronder Nederland en zelfs Spanje, groeit de economie tot fors boven het potentieel in de komende twee jaar. Al valt er veel af te dingen op de methodologie bij dit cijfer, het geeft wel het signaal dat de noodzaak van het stimuleren van de Europese economie duidelijk aan het afnemen of zelfs verdwenen is.

De ECB gaat het extreem ruime monetaire beleid in 2018 afbouwen met een halvering van de maandelijkse opkopen tot september. Er wordt verwacht dat er daarna nog een korte afbouw volgt voordat de netto opkopen nul worden. Yves Mersch, een tamelijke havik onder de ECB bestuurders, zei deze week dat de Europese economie het ruime monetaire beleid nog nodig heeft, hetgeen weer aangeeft dat er een vrij brede consensus is voor het huidige beleid. Met kerninflatie die tot onder de 1% gedaald is, blijven zorgen over het inflatiedoel bij de ECB heersen. In de VS, waar de economie voorloopt op de Europese, is de Federal Reserve voorzichtig begonnen met het afbouwen van de balans. Hoe de economie hierop reageert zal een interessante les voor de ECB voor de komende jaren zijn.

Met het aankomende einde van QE lijkt het stokje overgegeven te worden van Frankfurt naar Brussel. Waar de ECB de Eurozone bij elkaar gehouden heeft, is het nu aan regeringen om de Eurozone in fundamenteel veiliger vaarwater te brengen en de potentiële output te verhogen door hervormingen door te voeren. Waar de Fransen hameren op een hervorming van de Eurozone met meer centrale macht in Brussel, heeft de Nederlandse regering al aangegeven daar weinig voor te voelen. Ook in Duitsland, waar vandaag mogelijk groen-rood-zwarte rook over een Jamaica coalitie komt, lijkt hier weinig behoefte aan. Dat betekent dat grote hervormingen van de monetaire unie ondanks wat hernieuwd Europees elan nog steeds niet makkelijk te realiseren zullen zijn.

Bron: ING Economisch Bureau