10 succesfactoren voor bedrijfsoverdracht
In Nederland is ongeveer, afhankelijk van de definitie, 55 procent van alle bedrijven een familiebedrijf. Over het algemeen krijgt dit type bedrijf weinig specifieke aandacht vanuit politiek, wetenschap en pers. In de huidige economische situatie ontstaat evenwel steeds meer waardering voor de kracht van het familiebedrijf: focus op continuïteit, voorzichtige financiering en oog voor duurzaamheid en innovatie.
Met bedrijfsoverdrachten zijn ook meer arbeidsplaatsen gemoeid dan met startende ondernemingen. Kortom, de overdracht in familiebedrijven staat momenteel erg in de belangstelling.
NIEUWE CONCEPTEN
Eén van de conclusies van het Europese seminar over bedrijfsoverdracht in Wenen in 2002 was dat nieuwe concepten ontwikkeld zouden moeten worden om zowel advies en informatie over overdracht te geven en het bewustzijn te vergroten bij zowel overdrager en opvolger. Bewustzijn vergroten zou betekenen dat het topic vrij van taboes is in de ogen van zowel de overdrager als de opvolger en dat ze in ieder geval de noodzaak zien om op tijd te beginnen met het voorbereiden van een overdracht.
Vooral het geven van advies en informatie over de overdracht via een informatief concept is van groot belang voor familiebedrijven, omdat zij vaak twijfelen om extern advies aan te nemen of externe adviseurs in te huren. Dit zijn argumenten geweest om in 2007 de Scorecard Opvolging te ontwikkelen.
TIEN SUCCESFACTOREN
Het succes van een opvolging wordt bepaald door uiteenlopende factoren. De Scorecard Opvolging brengt deze factoren samen, zodat een opvolger of overdrager in één oogopslag kan zien welke punten belangrijk zijn. Hierbij worden ‘zachte’ factoren benadrukt, daar deze in de praktijk vaak cruciaal zijn en juist vaak minder aandacht krijgen.
Het gebeurt nog te vaak dat bij familiebedrijven fiscaal al een hele constructie is opgezet, terwijl de familie nog niet heeft besloten of en zo ja wie van de kinderen het familiebedrijf gaat overnemen. De Scorecard is bedoeld als een eerste oriëntatie voor iedereen die te maken krijgt met opvolging in familiebedrijven. Het instrument is ontwikkeld door Jozef Lievens en is in Nederland gelanceerd door het Centrum van het Familiebedrijf. Op basis van literatuur en praktische ervaring van de auteurs zijn tien factoren voor een succesvolle overdracht geïdentificeerd:
Succesfactor 1: De overdrager vindt een nieuwe rol
Succesfactor 2: Er is een capabele en gemotiveerde opvolger
Succesfactor 3: De relatie tussen de overdrager en de opvolger is goed
Succesfactor 4: De relaties binnen de familie zijn goed
Succesfactor 5: Er is een effectieve governance van de familie en van het bedrijf
Succesfactor 6: Alle alternatieven worden grondig onderzocht
Succesfactor 7: De opvolger vormt een team met niet-familieleden
Succesfactor 8: Het familiebedrijf wordt kundig geleid
Succesfactor 9: De overdracht van de eigendom is goed geregeld
Succesfactor 10: De opvolging wordt planmatig aangepakt
Opvolging in een familiebedrijf is een uitermate complex proces. Bedrijfsmatig is het vaak al een hele uitdaging, maar daar omheen spelen, juist bij familiebedrijven, allerlei emotionele factoren. Om meer grip te krijgen op de situatie, is inzicht in het proces een eerste stap in de goede richting. De Scorecard is hiertoe een laagdrempelig hulpmiddel. Aan de hand van een vragenlijst krijgen de opvolger en overdrager een beeld van hoe zij er op verschillende punten voor staan en waar ze hun aandacht op moeten richten.
RESULTATEN
Bij het invullen van de Scorecard wordt er direct feedback gegeven. Maar ook de data die dit oplevert, is gebruikt voor nieuw onderzoek. De resultaten van ongeveer 400 ingevulde vragenlijsten zijn samengevat in tabel 1. De resultaten laten zie dat er nog veel te verbeteren valt. Hierbij zal de meeste aandacht uit moeten gaan naar de succesfactoren met de laagste scores. Dit zijn dus in dit geval het opvolgingsplan, de professionele bedrijfsvoering en de overdracht van het eigendom.
Opvallend is dat de resultaten van de verschillende betrokkenen; de (potentiële) opvolger, overdrager en familieaandeelhouder vaak weinig verschillen. Alleen de groep andere stakeholders evalueerden de succesfactoren relatief lager, waarschijnlijk omdat zij meer afstand hebben tot het familiebedrijf en daarom objectiever zijn. In 2006 heeft de Europese Commissie geconcludeerd dat er veranderingen zijn ten opzichte van 2002, maar dat voortgang naar een effectief klimaat voor bedrijfsoverdracht nog onvoldoende is.
Dit is terug te vinden in de resultaten van de Scorecard, want maar drie van de tien factoren scoren een zeven of hoger. Vooral de succesfactor 10 ‘De opvolging wordt planmatig aangepakt’, scoort zeer laag: 4,5, terwijl dit toch een elementaire factor is voor het een succesvolle overdracht!
Ilse A. Matser is directeur van het Centrum van het Familiebedrijf (CFB). Daarnaast is Matser werkzaam als docent en onderzoeker bij respectievelijk de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht.