Werkkostenregeling uitgesteld

Staatssecretaris Weekers stelt de verplichte invoering van de werkkostenregeling een jaar uit tot 1 januari 2015. De al ingevoerde overgangsregeling blijft dus een jaar langer van kracht. Jaarlijks mag u kiezen of u hiervan gebruik maakt. Maakt dit uitstel wat uit voor uw besluit om dit jaar gebruik te maken van deze overgangsregeling?

Uit diverse berichten van werkgeversorganisaties en adviseurs blijkt dat veel kleinere werkgevers nog niet op de hoogte zijn van gevolgen van de WKR-regeling of dat de WKR voor hen onvoordelig uitpakt. Toch maken relatief veel cliënten al gebruik van de WKR. Met wat aanpassingen van administratie en arbeidsvoorwaarden kan deze regeling namelijk best voordelig uitpakken.

Nadelen
Uiteraard kent de WKR een aantal ingewikkelde regelingen. Zo zijn de vergoeding voor het gebruik van de eigen mobiele telefoon, de fiets van de zaak en bedrijfsfeesten anders dan in de overgangsregeling. Bovendien vergt een overstap naar de WKR (of terug) wel aanpassingen in uw grootboek administratie. Daaruit moet blijken hoe de personeelskosten zich verhouden tot het fiscaal loon volgens de salarisadministratie.

Voordelen
Aan de andere kant is er met wat creativiteit veel mogelijk. De bedoeling is natuurlijk dat uw werknemers er niet slechter van worden en dat u goedkoper uit bent. Of dat zo is, hangt onder meer af van ‘de vrije bestedingsruimte’ voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen, die de WKR naast een aantal gerichte vrijstellingen en nihil waarderingen kent. Deze vrije ruimte bedraagt voor 2013 1,5 procent van het fiscaal loon. In de vrije ruimte vallen de meeste douceurtjes aan werknemers. Bij overschrijding van de vrije ruimte betaalt u als werkgever 80 procent belasting over het bedrag van de overschrijding in de vorm van eindheffing.

John Boer, specialist loonheffingen bij Grant Thornton: “Soms kan het juist voordelig zijn bepaalde beloningen aan te wijzen in de vrije ruimte. Zolang die niet tot het vast overeengekomen salaris behoren, kan het voordelig zijn bepaalde bonussen netto toe te kennen en dan ‘slechts’ 80 procent af te dragen in plaats van maximaal 108,33 procent als de vergoeding wordt gebruteerd”.

Bron:
Grant Thornton

Gerelateerde artikelen