Tijd voor persoonlijke planning & control

De laatste maand van het jaar nodigt uit tot introspectie en reflectie. Het wordt tijd voor goede voornemens voor het volgende jaar. Daarmee lijkt het wel wat op een persoonlijke planning & control cyclus.

Deze aandacht voor persoonlijk functioneren wordt ook gestimuleerd door publicaties van Francesca Gino en Jitske Kramer en aandacht voor bijvoorbeeld de accountantseed. Francesca Gino en haar onderzoeksgroep bij de Harvard Business School vragen aandacht voor “constructive nonconformity.” Zij willen stimuleren dat je steeds bij jezelf te rade gaat of je handelt vanuit conformeren of vanuit je eigen wijsheid. Hierover gaat ook de spreekwoordelijke ‘Harry‘ van Deep Democracy die staat voor het verwelkomen van de afwijkende mening, de minderheidsstem. Het afleggen van de accountantseed kan gezien worden als een individueel statement om waar nodig een Harry (of Harriet of Haroun) te zijn.

Mijn promotieonderzoek gaat over morele moed van de Business Controller. Ik onderzoek wat de controller bewoog moreel ‘het juiste’ te doen in een situatie die als bedreigend kon worden beschouwd. Dit onderzoek sluit precies aan bij het persoonlijk aanspreken van de professional, zoals ik hierboven heb geschetst. Bij mij groeit echter de vraag of dit eigenlijk wel ethisch is. Is het ethisch om nadruk te leggen op het verwachten van individuele morele moed om misstanden te voorkomen?

Uit de wetenschappelijke literatuur, maar ook uit recente krantenartikelen, blijkt immers dat de belangrijkste voorspellers van immoreel gedrag de inrichting van de organisatie en het gedrag van leidinggevenden en collega’s zijn. Denk aan de experimenten van Stanley Milgram (elektroshocks toedienen), Solomon Asch (lijnlengte aangeven) en Philip Zimbardo (Stanford Prison), maar ook bijvoorbeeld aan Wells Fargo of Pon. Bij de vraag of het over ‘bad apples’ of ‘bad barrels’ gaat, blijkt een oorzaak van de rotting geregeld in het weefsel van de mand te liggen. 

Dus is het ethisch om het systeem zo te ontwerpen of laten ontstaan dat onwenselijk gedrag wordt versterkt en dan vervolgens tegen de individuele leden van het systeem te roepen dat zij zich moeten verzetten tegen deze systeemdruk? Is de vorm belangrijker dan de inhoud en betekenis die een professional kan leveren? Het rapport van de Monitoring Commissie Accountancy richt zich op de prikkels in het hele systeem. Mij interesseert het vooral dat het rapport na een aantal individuele beurse plekken (discipline, kennis, verdieping) ook aandacht vraagt voor ‘het onvoldoende creëren van interne tegenspraak’ en ‘onvoldoende tijd en aandacht voor coaching, begeleiding en review van teamleden’. Dus mag een Harry met zijn interne kritische opmerkingen er wel zijn? Is er aandacht en positieve ondersteuning voor een eigenwijs mens in de organisatie?

Laten we hier echter ook niet doorschieten. Een individueel opererende, eigengereide, stijfkoppige collega die zich ‘professional’ noemt, is geen ideale appel. Als alleen geheel zelfstandige individuen ethisch kunnen handelen, dan hebben we geen organisaties en managers nodig, maar een ongestructureerd veld van honderdduizend ZZP-ers. Een systeem is niet per definitie fout. Zoals in een artikel van De Correspondent over bonussen voor voetballers wordt beschreven, gaat het bijvoorbeeld niet over de bonustoekenning op zich, maar over het weloverwogen inrichten ervan. Wat je meet, groeit. Dus bedenk of je werkelijk meer wilt hebben van wat je meet. En welk effect heeft dit op andere betrokkenen? Het is niet de aanwezigheid van het systeem, maar de inrichting van een systeem dat geen rekening houdt met mensen, geen maatwerk kent en dat niet open staat voor kritische reflectie. Morele moed mag gevraagd worden wanneer morele moed ook wordt erkend en gewaardeerd. Er kan alleen moedig worden gesignaleerd als er ook een plek is waar er gestructureerd moedig wordt geluisterd. 

Laten we dus in deze donkere dagen niet alleen tijd nemen voor persoonlijke morele reflectie en voornemens, maar ook nadenken over onze bijdrage aan de organisatiebrede morele planning & control cyclus. Is er voldoende ruimte voor luisteren en is het maatwerk begroot? Hebben we ons interactie-budget voor 2016 goed ingezet, of volgt er nog een sprintje onder de kerstboom? 

Marion Smit is docent en onderzoeker bij de Hogeschool van Amsterdam. Zij geeft les in Afstuderen en Loopbaancoaching. Haar promotieonderzoek richt zich op de verhalen over ‘morele moed’ (professionele weerbaarheid) van Business Controllers; hoe bedreigend is de sociale omgeving en wat zijn bemoedigende factoren? Daarnaast geeft zij workshops Ethiek en treedt zij op als dagvoorzitter.

Gerelateerde artikelen