Voor het eerst sinds zijn aantreden als premier

fallback
kreeg Jan-Peter Balkende lof toegezwaaid. Hij was immers "verantwoordelijk" voor de benoeming van Neelie Kroes.

Niet het feit dat deze VVD politica werd benoemd maar het feit dat ze ook de zware portefeuille van mededinging kreeg was reden voor de lof.

  • Mededinging
    Volgens de buitenlandse pers was het een duidelijke verrassing dat een Nederlander deze portefeuille kreeg. Velen hadden gerekend op een Fransman, waar de naam Jacques Barrot veel werd genoemd. In de afgelopen vijf jaar was de post mededinging (of antitrust in het Engels) in handen van de Italiaan Mario Monti. Een zeer actief lid van de Europese commissie. En zeker in de afgelopen jaren ook controversieel. Dat kwam omdat met name in de ogen van de Amerikanen hij het voorbeeld was een van de verdedigers van het Fort Europa. Bedrijven van buiten de Europese gemeenschap stootten op vele problemen als zij een bedrijf in de Europese Unie wilden overnemen. Vooral zijn bezwaren bij de fusie van General Electric en Honeywell waren een doorn in het oog van de bestuurders van deze Amerikaanse bedrijven, “waar Europa zich mee bemoeide”. Monti moest ook inbinden na uitspraken van het Europese hof van justitie. Ook zijn “kruistocht” tegen Microsoft was in de ogen van de Amerikanen overdreven. Uiteindelijk werd hij tot drie keer toe teruggefloten door de Europese rechtbank.

  • Modernisering
    Nu is de kritische houding van de Amerikanen wat overdreven. Wie veel doet maakt kans op meer kritiek. Monti was zeker succesvol in het bestrijden van een aantal kartels, fusies bedrijven die een te grote macht gaven en oneigenlijke staatssubsidies ontvingen. Daarnaast zal hij zeker de geschiedenis ingaan als degene die heeft getracht alle wetten en regels te versoepelen en meer te richten op de nationale omstandigheden. Dus dat niet alles uit Brussel wordt beslist. Hoe dat in de pra ktijk zal gaan werken moet nog blijken omdat het aantal fusies door de economische omstandigheden is afgenomen.

  • Uitdaging
    De portefeuille mededinging staat volop in de belangstelling van de financiële wereld. Er valt voor Kroes dus nog heel wat werk te verrichten. Door de Amerikanen zal zij ook positiever worden bekeken. Zij zat immers in de raad van commissarissen van Lucent dus ze kent de Amerikaanse cultuur. Dat kan een voordeel zijn voor bijvoorbeeld Microsoft die nog een beroep heeft lopen tegen de boete die zij moet betalen. Daarnaast zal wellicht ook Coca Cola tevreden zijn met de nieuwe commissaris. Volgens Monti handelt het bedrijf oneerlijk met het geven van kortingen. Coca Cola ziet haar handelen in het belang van de consumenten. Kroes zal dit als aanhanger van de vrije markt ook vinden. Maar ook de staatssubsidie aan Alstom komt op haar bureau. Dan zal blijken of ze de Franse denkwijze zal kunnen volgen. Kortom de komende jaren zal Kroes volop in de belangstelling staan.

    De markten blijven nog ernstig twijfelen over de voortzettende groei van de Amerikaanse economie De meeste analisten eindigen hun rapporten met de conclusie “de cijfers van 3 september”. Want dan komen weer de belangrijke cijfers over de werkgelegenheid. Komt er wederom een tegenvallend cijfer uit de bus dan zal de kans op een renteverhoging op korte termijn uitermate minimaal zijn.

  • Lagere groei
    Veel economen beginnen nu al een voorschot te nemen op de lagere groei in het tweede kwartaal. De redenen zijn de hoge olieprijs en het uitwerken van de fiscale stimulans. Dit zal de groei brengen rond de 3,5%. Enkelen zijn nog somberder en zitten op een groei van slechts 3,3%. Toch blijven andere indicaties aangeven dat het wel goed zit met de groei. Het aantal nieuwe in aanbouw genomen woningen is nog altijd sterk. En wie puur naar de kostprijs kijkt (rente) heeft gelijk om nu een woning te bouwen wat deze was in decennia nog nooit zo laag. Bovendien kan de rente zeker ook nog laag blijven. Dit vooral doordat de cijfers die de inflatie meten laag blijven. In juli daalde de consumentenprijzen met 0,1% terwijl er was gerekend op een stijging met eenzelfde percentage. Nu kan een lagere inflatie wijzen op gebrek aan vertrouwen bij de consumenten. Kopen zij immers minder dan zullen de winkelketens wel hun prijzen verlagen. Maar als we kijken naar de resultaten van de diverse winkelbedrijven in de VS dan valt het allemaal wel mee. De meeste rapporteren een hogere winst. Dus is er weinig te merken van margedruk. Negatief vervolgens is weer dat de industriële productie lijkt af te zwakken. Kortom de economie blijft een enorme puzzel en het is dan verklaarbaar dat economen de werkgelegenheid als leidraad nemen.

  • Olie
    Een ander aspect is natuurlijk de stijgende olieprijs. Zoals al eerder geconstateerd lijkt er nog geen echte paniek te ontstaan in de rente- en valutamarkten. Zoals vorige keer al gesteld is in theorie de hogere olieprijs negatief voor obligaties. Echter die geven totaal geen krimp. Sterker nog, voor een land als Rusland als olieproducerend land is een stijgende prijs gunstig. Zij krijgt immers meer oliedollars binnen. Derhalve moet de Russische obligatiemarkt het ook zeer goed doen. Het omgekeerde is echter de waarheid. Russische obligaties ontwikkelen zich als slechtste van alle obligatiemarkten. Natuurlijk speelt hierin het wantrouwen jegens Rusland een grote rol.

  • Yen
    Nog een frappante tegenstelling. Landen die olie moeten importeren moeten dollars kopen. Dit betekent aanbod van hun eigen munt waardoor deze daalt. Bovendien moeten fabrikanten hun prijzen verhogen voor de hogere olieprijs wat ten nadele is van de export. Import hoger en lagere export betekent ook een zwakkere munt. Maar ondanks deze theorie daalt de koers van de Yen niet. Dit in tegenstelling tot de vorige oliecrises. De koers van de Japanse munt was de afgelopen dagen juist sterk. Een echte verklaring is hiervoor nog niet gegeven. Een van de wellicht meest afdoende argumenten is dat de meeste handelaren de yen verkochten in anticipatie op de hogere olieprijs. Nu de Yen niet zo sterk daalt moeten zij hun posities sluiten. Ook de valutapuzzel is vaak zeer verrassend.

    Voor het eerst sinds weken liet de AEX index weer een winst voor de week zien. Toch is de stemming duidelijk nog niet omgeslagen. De zomerrust heerst. Maar het is niet alleen de zomerrust. Beleggers blijven argwanend. De zorgen zijn ingegeven door de hogere olieprijs.

  • Positief
    Een voor Nederland overigens wat minder grote zorg. Immers gekoppeld aan de olieprijs is de prijs voor het aardgas. En daar heeft ons land nogal wat van. De Nederlandse Staat ontvangt daardoor meer geld in haar schatkist. Dat vertaalt zich uiteindelijk op zijn minst in minder bezuinigingen. En op zijn best wellicht in lagere belastingen. Kortom de koopkracht van de Nederlander neemt toe. En dat is uiteindelijk gunstig voor de bedrijven. Natuurlijk wordt dit ten dele teniet gedaan door de hogere energieprijzen. Maar een overheid die gunstiger bij kas zit is altijd goed voor een economie.

  • Overname
    Echter deze gunstige ontwikkeling wordt op de Nederlandse beurs niet herkend. Logisch omdat de meeste Nederlandse bedrijven afhankelijk zijn van de internationale ontwikkelingen. Een probleem bij Nokia heeft meer invloed op de koers van Philips dan de gunstiger financiële positie van Nederland. De hogere olieprijs is ook altijd gunstig geweest voor Koninklijke Olie. Maar zoals bekend ligt het aandeel al bijna twee jaar stabiel. De redenen zijn bekend. Ook nu het erop lijkt dat het bedrijf aan de belangrijkste wensen tegemoet komt van de beleggers namelijk de herstructurering van het bestuur. Ook het vage gerucht van een mogelijke overname van het bedrijf kon de koers niet echt stimuleren. Het verhaal van de overname is een typisch geval van broodje aap verhaal. Een Engelse krant legde twee zaken bij elkaar. Allereerst dat het Franse Total een forse kaspositie heeft. Dat betekent dat er naast aandeleninkoop ook overnames kunnen worden gepleegd. En wat is dan een aantrekkelijker overname doelwit dan een bedrijf dat in een dip zit. En dat is Koninklijk Olie zonder meer. Het bedrijf is ten opzichte van haar branchegenoten ruim 20% in koers achtergebleven. We achten een dergelijke overname niet geloofwaardig. Brussel zal zeker hier grote bezwaren tegen hebben. Bovendien zullen veel beleggers tegen stemmen om dit bedrijf tegen een veel te lage prijs te laten overnemen.

  • Vopak
    Een ander fonds dat ook sterk kan profiteren van de hoge olieprijs is Vopak. Immers opslaan van deze grondstof is altijd lucratiever bij een stijgende prijs dan het snel doorverkopen. Maar omdat de olieprijs vooral door papieren handel nu wordt gedreven is dit verhaal ook minder. De divisie olie van Vopak verbeterde wel met ruim 23%. Daarentegen waren de activiteiten in de chemische opslag minder. Daarnaast drukt de koersdaling van de dollar en de daaraan gekoppelde Singaporese dollar het resultaat. Vopak zit na het afstoten van de chemische distributie in een overgangsfase. De directie verwacht dat in de komende maanden de redelijke gunstige trend zal doorzetten. Het aandeel is relatief goedkoop met een redelijk dividendrendement. Maar veel opwaarts potentieel heeft het ondanks de olieprijs niet.

    In de afgelopen week stond de beursgang van internetbedrijf Google op alle pagina’s. Zelfs voor het blad Playboy (dat overigens door niemand wordt gelezen) was de introductie belangrijk. De beide oprichters van Google, Larry Page en Sergey Brin, hadden vlak voor de beursintroductie een interview met het maandblad. Er stonden in het verhaal geen schokkende zaken maar het is wettelijk verplicht om geruime tijd voor een beursintroductie geen nieuwe informatie te openbaren.

  • Lagere prijs
    De vraag was of er inderdaad kritische informatie in het interview stond. Dat viel uiteindelijk mee. Daarnaast maakte het bedrijf ook fouten met de registratie van aandelen aan het personeel. Veel, vooral institutionele, beleggers vonden deze vele amateurfouten reden genoeg om de aandelen links te laten liggen. Die afwachtende houding dwong de onderneming om de introductieprijs te verlagen van tussen de $ 108 en $ 135 naar een prijs tussen de $ 85 en de $ 95. Een waardedaling van meer dan $ 10 miljard. Er werd dus weinig verwacht van de emissie zeker gezien de aparte manier van introductie via de zogenaamde Dutch auction. Hiermee konden beleggers zelf hun maximumprijs aangeven. De kans was dat dan na introductie de koers van het aandeel zou dalen. Bovendien was de volgens veel beleggers de waardering ook op de lage prijs nog altijd hoog. Maar zoals zo vaak, als iedereen waarschuwt tegen een introductie, gaat het vaak heel goed. Na de introductie op $ 85 sloot het aandeel fors. Vrijdagavond sloot de koers op $ 108,31. Ironisch genoeg net boven de oorspronkelijke prijsindicaties. Dus achteraf hebben de oprichters van Google ruim $ 10 mrd laten liggen. Maar als we met iemand geen medelijden hoeven te hebben dan zijn het wel de oprichters. De kans dat de koers nog verder stijgt is volgens veel analisten nog altijd aanwezig. Koersdoelen van rond de $ 150 worden er afgegeven. Wij zouden gezien de hoge waardering niet al te snel durven in te stappen al valt er weinig af te dingen aan het succes van de onderneming.

  • Lage waardering
    Het succes van de introductie van Google geeft aan dat er nog altijd belangstelling is voor aandelen. Daaraan wordt de afgelopen jaren wel eens hevig getwijfeld. Ondanks de lage rente blijft de waardering voor aandelen nog altijd laag. Analisten spreken over de risicopremie. Beleggers willen voor het investeren in aandelen een premie ontvangen. Deze is gemakkelijk te berekenen door het verwachte rendement op aandelen (inclusief de winstgroei) te verminderen met het rendement op 10-jarige leningen. Over de afgelopen 20 jaar is dit rond de 7,2%. De laatste tijd echter ligt dit op 9,3%. De beleggers eisen dus meer vergoeding op aandelen dan de afgelopen jaren. Dit betekent dus dat de aandelen relatief goedkoop zijn. Hoe lang een dergelijke situatie kan blijven bestaan is niet aan te geven. Maar dat het kopen van aandelen op dit moment minder risicovol is ten opzichte van een aantal jaren geleden is wel duidelijk. Voegen we daarbij dat de meeste beleggers op dit moment een relatief hoog cashsaldo hebben. Gemiddeld hebben beleggers 4,8% op de bankrekening staan. Dat is het hoogste niveau in het afgelopen jaar.