‘Verhoging AOW-leeftijd wassen neus voor bedrijfsleven’

De AOW-leeftijd zal verhoogd worden met twee jaar. Dit is althans het plan van minister Donner (Sociale Zaken) waarover hij op Prinsjesdag naar verwachting een toelichting geeft. Het plan levert de overheid een aanzienlijke besparing op. Ook voor de werkgever zal het besluit moeten leiden tot lastenverlichting, aldus de overheid.

Het tegenovergestelde kan echter ook gebeuren, waarschuwt Wim Hoek, Managing Director bij Aon Consulting. ‘De huidige discussie concentreert zich met name op overheids- en werknemersperspectief, de consequenties voor de werkgevers worden onderbelicht.’

‘Een verhoging van de AOW-leeftijd brengt een lastenverzwaring op andere gebieden met zich mee. Denk aan de toenemende kosten voor verzuim en arbeidsongeschiktheid. Zo blijkt uit de praktijk dat werknemers van 56 tot 65 jaar 40 procent meer verzuimen dan jongere werknemers, terwijl het salaris op relatief hoog niveau ligt.’

‘Ook is de kans dat een 64-jarige werknemer in de zakelijke dienstverlening arbeidsongeschikt raakt, zes maal zo groot als bij een 25-jarige werknemer. De kosten van een instroom in de WIA bedragen gemiddeld 150.000 euro. De kans is groot dat de beloofde lastenverlichting op het vlak van pensioenen met dit soort kosten voor een groot deel verdampt’, zegt Hoek.

Daarnaast eisen de bonden dat het voordeel in pensioenlasten voor de werkgever gecompenseerd wordt richting de werknemer. De werknemer ziet volgens de vakbonden niets terug van dit voordeel, terwijl hij wel twee jaar langer moet werken. En dus willen zij, ter compensatie, dat de werkgever bijvoorbeeld het AOW-gat bekostigt, wat neerkomt op circa 20.000 euro per werknemer. ‘De bonden moeten dit onderwerp niet alleen vanuit werknemerperspectief bekijken, maar vanuit een gezamenlijk belang’, stelt Hoek.

Samen met de stijging in kosten voor verzuim en arbeidsongeschiktheid, betekent dit volgens Hoek een dubbele lastenverzwaring voor de werkgevers. ‘Daarnaast zullen pensioenfondsen en verzekeraars aanpassingen in hun administratieve systeem moeten doorvoeren wat resulteert in extra kosten. De lasten die hiermee gemoeid zijn, zullen enkele honderden miljoenen euro’s bedragen. Uiteindelijk zullen ook deze kosten worden doorbelast aan de werkgever.’

Het is volgens Hoek de uitdaging om de druk op alle lasten die komen kijken bij de te verwachten verhoging van de AOW-leeftijd, zoveel mogelijk te beperken. ‘Werkgevers kunnen de besparing op pensioenlasten investeren in duurzame inzetbaarheid van werknemers, wat betekent dat ze gezond, gemotiveerd, productiever en langer blijven werken. Daartoe moeten integrale keuzes ten aanzien van bijvoorbeeld verzuim- en gezondheidsbeleid gemaakt worden. De huidige discussie richt zich alleen op het pensioendossier, dat is te beperkt om alle risico’s en kosten het hoofd te kunnen bieden.’

Gerelateerde artikelen