Politieke risico’s zakendoen nemen toe

De politieke gevolgen van de mondiale kredietcrisis beginnen in 2009 duidelijk voelbaar te worden. Ten opzichte van vorig jaar is het politieke risico van 18 landen toegenomen. Hieronder bevinden zich Griekenland, IJsland en een aantal Oost-Europese landen.

Daarentegen zagen 13 landen hun risicoprofiel iets verbeteren, waaronder Algerije, Koeweit, Marokko en Tunesië. Dit blijkt uit de Political Risk Map, die jaarlijks wordt opgesteld door verzekeringsmakelaar en risicoadviseur Aon Risk Services.

Onder politieke risico’s wordt alles verstaan wat een regering doet of nalaat waardoor een onderneming schade lijdt, bijvoorbeeld het opschorten van gasleveranties, sociale onrust in een land of piraterij. De dramatische daling van de grondstofprijzen zorgt volgens Aon voor een extra risico voor de begroting van sommige landen, waardoor het risico op politieke instabiliteit en wanbetaling van deze landen toeneemt.

Het toegenomen risico van een aantal Oost- Europese landen is rechtstreeks het gevolg van de kredietcrisis. De groei is in deze landen grotendeels gefinancierd met bancaire leningen. Voor het eerst in het zestienjarige bestaan van de Political Risk Map is er een categorie ‘zeer hoog risico’ bij gekomen.

Hier vinden we landen als Afghanistan, Iran, Irak, Noord-Korea, Congo, Somalië en Zimbabwe. De belangrijkste politieke risico’s voor 2009 zijn politieke inmenging, wet- en regelgeving, wanbetaling door soevereine staten, maatschappelijke onrust, valutatransfers, terrorisme, oorlog en een kwetsbare toevoerketen.

Gerelateerde artikelen