Opvolgingsintenties van volgende generatie in familiebedrijven nemen af

Steeds minder studenten van wie de ouders een familiebedrijf hebben, willen het bedrijf overnemen direct nadat ze afstuderen. Dit blijkt uit gezamenlijk onderzoek van het Center for Family Business van de Universiteit van St. Gallen en EY onder 109.000 respondenten van meer dan 750 universiteiten in 34 landen. In Nederland deden 3.100 studenten mee aan het onderzoek.

De prominente wens van ondernemersfamilies om de controle over het familiebedrijf te behouden over de generaties heen is misschien wel het meest intrigerende aspect bij familiebedrijven. De opvolgingsintenties van de volgende generatie zijn echter beperkt en nemen zelfs af. Slechts 3,5% van de studenten wereldwijd van wie de ouders een familiebedrijf hebben, wil het bedrijf van hun ouders overnemen direct nadat ze afstuderen. Bij Nederlandse studenten ligt dit gemiddelde echter lager op 1,7%. Wereldwijd is 4,9% van de studenten van plan dat vijf jaar later te doen, in Nederland ligt dit cijfer op 4,1%. Sinds 2011 is de opvolgingspotentie met ongeveer 30% afgenomen.

Afname opvolgingsintenties maakt familiebedrijven opener

Sinds 2011 nemen de opvolgingsintenties af. Mogelijke oorzaken zijn onder meer een aantrekkelijkere arbeidsmarkt en potentiële opvolgers die meer inzicht verwerven in wat er nodig is om het familiebedrijf over te nemen. Hoewel minder leden van de volgende generatie opvolger willen worden, zijn zij die dat wel willen wellicht meer gemotiveerd en beter voorbereid. Ernst Groenteman, partner bij EY: “Kijkend naar de uitkomsten zouden familiebedrijven wel eens veel opener kunnen worden; meer management van buiten en wellicht ook meer financiering van derden. Een verdere afstand tussen leiding en eigendom lijkt een trend te worden.”

Vrouwen minder opvolgingsintenties dan mannen

Vrouwelijke potentiële opvolgers hebben minder vaak de intentie tot opvolging dan hun mannelijke tegenhangers. Groenteman: “Het onderzoek identificeert verschillende belangrijke factoren die de opvolgingsintenties beïnvloeden op cultureel en institutioneel niveau, individueel niveau, bedrijfsniveau en familiaal niveau. Factoren die een rol kunnen spelen in de kloof tussen mannen en vrouwen zijn: traditioneel bepaalde genderspecifieke rolpatronen, een voorkeur voor eerstgeboren zonen en zien vrouwen het ondernemerschap als risicovoller dan mannen.”

Gerelateerde artikelen