Onduidelijkheid over aanvang tijdstip terbeschikkingstelling

Fiscale rechters zijn het nog steeds oneens over het tijdstip waarop de terbeschikkingstelling aan de eigen BV aanvangt. In twee recente voorbeelden waarbij bij de verhuur van een bedrijfspand aan een eigen BV aanzienlijke verbouwing of aankoopkosten waren gemaakt, vond de verhuur van het bedrijfspand aan de BV feitelijk op een later moment plaats dan de verbouwing of aankoop.

De fiscus hanteert het standpunt dat het pand ten tijde van de verbouwing tot box 3 behoort en dat het pas op het moment van verhuur aan de BV overgaat baar box 1 (de terbeschikkingstellingsregeling). Van terbeschikkingstelling kan volgens de wetgeschiedenis pas sprake zijn als de ‘fysieke’ terbeschikkingstelling plaatvindt.

De vraag wanneer de terbeschikkingstellingsregeling aanvangt kan van groot belang zijn op de grootte van het bedrag dat kan worden afgeschreven. Ook zou de fiscus in deze visie de aftrek van financieringsrente tijdens de bouwperiode ter discussie kunnen stellen. Voor ondernemers is het raadzaam om bedacht te zijn op de nadelige gevolgen van deze regeling en hun adviseur te raadplegen over alle fiscale consequenties.

Bron: Horlings Taxnews

Gerelateerde artikelen