Onderverzekerd Nederland worstelt straks met pensioen

Er zijn steeds minder financiële producten voor pensioen of overlijden.

Nederlanders dreigen in toenemende mate ‘onderverzekerd’ te raken. Vooral op het gebied van levensverzekeringen is de verzekeringsdichtheid in Nederland fors aan het afnemen, waardoor een maatschappelijk probleem dreigt te ontstaan. Dat stelt KPMG op basis van onderzoek.

“Het ‘onderverzekerd’ zijn is met name het gevolg van het feit dat veel consumenten zich beperkt bewust zijn van de urgentie van bijvoorbeeld het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering, het verzekerd opbouwen van kapitaal voor later en het zorgen voor voldoende pensioen in de toekomst”, zegt Egbert Kromme, partner bij KPMG, actuaris en lid van het Actuarieel Genootschap.

Kromme constateert dat Nederland van oudsher altijd een grote verzekeringsdichtheid heeft gehad. “Het is dan zorgelijk dat we in Nederland het laatste decennium een zorgelijke afnemende trend zien in de verzekeringsdichtheid. Een van de voorbeelden is de overlijdensrisicoverzekering. Doordat sinds 2013 de rente voor een aflossingsvrije hypotheek voor nieuwe leningen niet meer fiscaal aftrekbaar is, worden deze hypotheken nauwelijks meer gesloten.”

“In combinatie met de invoering van het provisieverbod in 2013 heeft dit grote gevolgen gehad voor de vraag naar voldoend hoge overlijdensrisicodekkingen. Door de steeds verder toenemende levensverwachting zijn de overlijdensrisicopremies de afgelopen decennia flink lager geworden. Het bezuinigen op de overlijdensrisicodekking levert daardoor maar heel weinig voordeel op in de maandlasten, terwijl de financiële gevolgen enorm kunnen zijn.”

Nederlanders hebben volgens Kromme in het algemeen de behoefte om kapitaal op te bouwen. Kromme: “Naar verwachting zal de lage rente de komende decennia aanhouden, waardoor sparen voorlopig niet meer zal renderen. Maar onze maatschappij heeft wel behoefte aan de mogelijkheid om op een aantrekkelijke manier buffers en kapitaal op te bouwen voor later en om daarop ook een redelijk rendement te behalen en het risico op verlies te beperken.”

“Transparante en flexibele beleggingsverzekeringen met een duidelijke kostenstructuur worden door verzekeraars echter nauwelijks meer aangeboden. Dit ontneemt de huidige generatie van een product dat voorziet in de behoefte om verzekerd kapitaal op te bouwen met een acceptabel rendement en goed afgewogen risico’s. Het is evident dat de aangeboden beleggingsverzekeringen in het verleden hebben gezorgd voor een maatschappelijk probleem. Echter de afwezigheid ervan nu leidt ook tot een sociaal probleem.”

Ook op het gebied van het pensioen is volgens Kromme sprake van onderverzekering. “De pensioenen die in de toekomst worden uitgekeerd, zijn zonder aanvullende maatregelen minder riant zijn dan vroeger. Binnen de derde pijler bestaat weliswaar de mogelijkheid om een hoger pensioen te verzekeren, maar hiervan wordt beperkt gebruik gemaakt. Binnen de derde pijler was het altijd al mogelijk om in plaats van een vaste uitkering (lijfrente) ook een uitkering te krijgen in een vast aantal units in een beleggingsproduct. Deze optie wordt echter nauwelijks aangeboden door verzekeraars waardoor veel derde pijler pensioenkapitaal nu via bankspaarproducten wordt uitgekeerd.”

“Bankspaarproducten bevatten echter geen verzekeringselement. Het grote nadeel daarvan is dat het pensioen op een bepaald moment stopt terwijl iemand vanaf dat moment misschien nog jaren blijft doorleven.”

“Ik verwacht dan ook dat vanaf 2028 de eerste gepensioneerden erachter komen dat hun inkomen ineens fors gaat dalen. Er ligt een belangrijke rol voor verzekeraars en intermediairs om consumenten vooraf actief wijzen op de risico’s die een tijdelijke pensioenuitkering, zoals een bankspaarregeling, met zich meebrengt en om proactief betere alternatieven te ontwikkelen en aan te bieden, zoals de lijfrente in units.”