Money Matters: Bijbels outsourcen

fallback
De nieuwe bijbelvertaling ontmoet veel kritiek. Maar de huis-, tuin- en keukengebruiker heeft wellicht meer aan de klare taal van de nieuwe bijbel dan aan het dichterlijke proza van andere vertalingen. Wat zegt de bijbel bijvoorbeeld over onderwerpen als 'outsourcen' en 'inkopen'?

Toegegeven, de nieuwe bijbel mijdt moderne woorden als ‘uitbesteden’, ‘outsourcen’ en zelfs ‘inkopen’ als een middeeleeuwse monnik de builenpest. Maar met een beetje ‘hineininterpretieren’ komen we een heel eind.

En dat mag van God. Want: “De oorspronkelijke schrijver dient diep op zijn onderwerp in te gaan, het van alle kanten te bekijken en de details te onderzoeken, maar de bewerker heeft het recht het betoog in te korten en uitweidingen te vermijden.” (2 Makk 2,30)

Welnu, als we het betoog inkorten en uitweidingen vermijden, dan kan de bijbel worden opgevat als een verhaal over uitbesteden. Het begint al in het oude testament, als God het Joodse volk de opdracht geeft Egypte te verlaten.

Hoe pakt God dat aan? Met het nodige ceremonieel. Opvallend is dat hij daarbij verwacht dat degene die hij de opdracht geeft hem feteert: “De HEER draagt u op hem geschenken te geven.” (Ex 35,5). Kennelijk is dit de manier waarop een opdrachtnemer zijn enthousiasme voor een opdracht moet betonen.

Vervolgens is het van belang dat de opdrachtnemer de opdrachtgever van de vorderingen op de hoogte brengt. Er moet veel tussentijds overleg plaatsvinden: “Alle vaklieden moeten zich melden, om alles te maken waartoe de HEER opdracht heeft gegeven.” (Ex 35,10)

Valt een eenmaal aanvaarde opdracht tegen? Dat is dan jammer voor de opdrachtnemer. Afhaken is verboden. Beloofd is beloofd: “Wanneer een man de HEER belooft iets te zullen doen of onder ede de verplichting op zich neemt zich van iets te onthouden, mag hij zijn woord niet breken; aan alles wat hij met zoveel woorden zegt, moet hij zich houden.” (Num 30,3)

Het werk zal vaak tegenvallen. De opdrachtgever heeft iets in z’n hoofd. De communicatie is niet altijd even goed. En dan nog, zie maar eens uit te voeren wat hij wil. Neem nu zoiets schijnbaar eenvoudigs als een bijbelvertaling maken. Eigenlijk is het niet te doen: “Want wanneer men uit het Hebreeuws vertaalt, kan de betekenis van het origineel niet volledig recht worden gedaan. Er is een niet gering verschil tussen de vertaling en het oorspronkelijke werk, niet alleen bij dit werk, maar ook bij de Wet zelf, de Profeten en de andere geschriften.” (Sir 1,1)

Als opdrachtgever heb je je in te leven in de problemen van degene aan wie je iets hebt uitbesteed. Wie uitbesteedt, dient daarom niet zozeer op de kwaliteit van het geleverde te letten als wel op de motivatie van de opdrachtnemer. Heeft hij zich wel voldoende ingespannen? “Alleen de HEER, uw God, is God en hij houdt woord; hij komt zijn beloften na en is trouw aan ieder die hem liefheeft en die doet wat hij gebiedt, tot in het duizendste geslacht.” (Deut 7,9)

Tot slot heeft de opdrachtgever ook zo z’n contractuele verplichtingen. Een baas is niet vrij om te doen en laten wat hij wil, de opdrachtnemer moet op hem kunnen bouwen. Zo’n opdrachtgever is God: “God is geen mens, dat hij zijn woord zou breken of terug zou komen op zijn besluit. Zou hij beloven en niet vervullen, zijn woord geven en het niet gestand doen?” (Num 23,19)