Made in China

Nu de rente voor particulieren zover is gedaald, dat spaarproducten verlies gaan opleveren, behalve vooralsnog de spaarzegels van de supermarkten, wordt beleggen voor zelfs de meest risico-averse persoon een aantrekkelijke optie...

Door Loraine Bito
Rondkijkend op de beleggingsmarkt, die momenteel geen duidelijke richting lijkt hebben, wordt de aspirant-superbelegger bedolven onder de verschillende beleggingsproducten waaronder de flink gehypte emerging markets.
Op basis van de positieve economische groeiverwachtingen omtrent economieën van de opkomende landen Brazilië, Rusland, India, met China als koploper heeft Goldman Sachs enkele jaren geleden het BRIC Investeringsfonds geïntroduceerd. Het feit dat deze landen zich in zeer verschillende politieke omstandigheden en stadia van kennis- markt- en industriële ontwikkeling bevinden, is daarbij gemakshalve over het hoofd gezien. Met als gevolg dat deze ‘Bloody Ridiculous Investment Concept’, zoals het fonds nu gekscherend wordt genoemd, geruisloos is opgedoekt. 
Het falen van dit product zegt echter niets over het ware potentieel van China als beleggingsobject. De hoogste tijd om een lampioentje te laten schijnen over de huidige en toekomstige groei van de motor van de wereldeconomie. 
De opkomst van China
Na de vlucht van president Chiang Kai-shek samen met de goudreserves naar Taiwan in 1943, voerde de Communistische Partij, naar communistisch model ingerichte vijf-jaren plannen, tal van hervormingen op het gebied van landbouw- en industrie door (‘lopen-op-twee-benen’) om China uit de ontstane monetaire chaos te redden.
Na de invoering van het contractsysteem veranderde de landbouwsector, van volkscommunes met verplichte leveranties aan staatsinkooporganisaties naar ‘onafhankelijke’ boeren, die hun producten aan de vrije markt leverden. Door mechanisatie en diversificatie steeg de productie in graan en katoen evenals die van o.a. vlees, groenten, tabak en suiker. Het voordeel een grote daling in de overheidsuitgaven voor de landbouw met als nadeel een groeiend aantal werkloze Chinese boeren.
Het goedkope arbeidsoverschot werd vervolgens ingezet bij de hervorming van de industriesector. De decentralisatie van de productie van elektriciteit, kunstmest, cement, staal, textiel en machines creëerde werkgelegenheid op het platteland en verschafte tegelijkertijd de ‘bouwstenen’ voor de benodigde stedelijke vernieuwing voor de behuizing van de naar de steden trekkende jongere generatie.
Het instellen van Speciale Economische Zones en open steden deed een beperkte vrijemarkteconomie (open-deur politiek) ontstaan. De goedkope arbeidskrachten, belastingvoordelen en gelimiteerde overheidsbemoeienis bleken een goede voedingsbodem voor de export van producten, buitenlandse investeringen en de import van geavanceerde technologie. De Chinese binnenlandse economische groei explodeerde! 
Het industrialisatieproces, dat in de kapitalistische landen eeuwen in beslag had genomen, werd in communistisch China met ongekende snelheid en groeicijfers bewerkstelligd.
De Chinese Rode Draak roert zijn staart
Nu staat China voor de uitdaging om zich naar Westers voorbeeld te transformeren van een maakindustrie naar een diensten- en consumptie-industrie. De voornaamste aantrekkingskracht van China, goedkope arbeidskrachten is weg gevallen aangezien de arbeidsbevolking overwegend hooggeschoold is.
Echter, er is ook iets anders ontstaan: Een grote welvarende middenklasse die zowel de binnenlandse als buitenlandse consumptie kan aanwakkeren. Het groeiende toerisme vanuit China, waar KLM met haar ’Chinafication’ vroeg op heeft ingespeeld, zorgt bijvoorbeeld voor een boost bij de (inter)nationale luchthavens. 
De nieuwe middenklasse zal, naar voorbeeld van het Westerse leven, ook gaan streven naar luxe-artikelen zoals een auto, een huis met de modernste toebehoren, smartphones, tablets e.d. wat de aantrekkingskracht van het land als afzetmarkt zal doen toenemen. Met de verdere versoepeling van de eenkindpolitiek, hoewel ingegeven door de toekomstige noodzaak aan jonge arbeidskrachten, zal ongetwijfeld ook op dat gebied binnenkort een groeimarkt gaan ontstaan.
Een ander speerpunt in het transformatieproces.is de zwaar door de Chinese Overheid gefinancierde research & development industrie. Door het terugdringen van de overproductie in de staal, steenkolen, cement-, glasindustrie en scheepsbouw en de daarmee samenhangende milieuvervuiling vallen er massa ontslagen in de zware industrie. Zoals in het verleden zal ook nu worden omgeschoold zodat de beoogde R&D-inspanningen kunnen worden geleverd.
Voorheen is de nadruk gelegd op nucleaire kerncentrales, high speed rail, ruimte exploratie en zonne-energie. Door de vergrijzing en de verstedelijking wordt de aandacht ook gericht op farmaceutica, biotechnologie en groene energie. Kwalitatief hoogwaardige duurzame diensten en producten, die kunnen leiden tot reductie van CO2-uitstoot, vergroting van de voedselveiligheid en het tegen gaan van ongewenste klimaatveranderingen kunnen in de toekomst ook in het buitenland gretig aftrek vinden. 
Het streven om uit te groeien tot een van de grootste R&D-industrieën wordt verder kracht bijgezet door het aankopen van kennis en patenten door overnames van o.a. Tech bedrijven in Silicon Valley (‘leapfrogging’).
Zoals Huawei met de slogan “Building a Better Connected World’ verkondigt, is China bezig een betere aansluiting tot de wereldmarkt tot stand te brengen. Een aantal strategische aankopen op het gebied van infrastructuur en activa springen hierbij in het oog. Neem bijvoorbeeld de aankoop van een van de twee haventerminals in Piraeus waarmee het Chinese staatsbedrijf COSCO de maritieme hub in handen heeft gekregen, die Europa en het Midden-Oosten met elkaar verbindt. Of het recente overnamebod van het chemicaliënbedrijf ChemChina op het pesticiden producerende Zwitserse bedrijf Syngenta. Een waarborging van de voedselzekerheid. En met de door Chengdu techcent aangekochte afdeling watertechnologie van Bilfinger kunnen (binnenlandse) vraagstukken omtrent de riolering, schoon drinkwatervoorziening e.d. worden opgelost.
De devaluatie van de renminbi, de officiële naam van de munteenheid yuan, is een poging om de positie van China verder te verbeteren, maar dan op de financiële markten. Hoewel deze actie in eerste instantie gericht is op het stimuleren van de export, voldoet China door het loslaten van de vaste wisselkoers met de dollar aan de voorwaarden van het IMF om de valuta in oktober 2016 in het SDR*-mandje te laten opnemen. Een stap die de weg vrij maakt naar een verruiming van de vrijemarkteconomie binnen China, wat geheel in lijn is met het strak geplande transformatieproces.
Maar de angst voor een mogelijke valuta oorlog en verdere onverwachte ingrepen van de Chinese overheid, heeft geleid tot een wereldwijde paniekaanval op de aandelenbeurzen. De Chinese beurzen worden momenteel geteisterd door dalingen. Het vertrouwen in de groei van de Chinese economie is tanende, hetgeen nu ogenschijnlijk wordt bewezen door de in maart gepubliceerde daling van de export met 25 procent. 
 
Relativerend zijn correcties op de aandelenbeurzen na een forse stijging echter meer norm dan uitzondering. Ook speelt de onervarenheid van de spelers op de beurs, van de Chinese Overheid die nog moet wennen aan de regels van een vrijemarkteconomie tot de net afgestudeerde beurshandelaren, een grote rol.
Even weg van de waan van de dag, lijkt China op lange termijn goede kansen te bieden op mooie beleggingsresultaten. De huidige beursmalaise is in feite het moment waarop een belegger zijn fortuin kan maken of breken. Zoals het Orakel van Omaha aangeeft in het jaarverslag van zijn miljardenbedrijf Berkshire Hathaway (2004): “Als belegger moet je je bedenken dat opwinding en kosten je vijanden zijn. En als beleggers het kopen van aandelen graag timen, dan moeten ze bang zijn wanneer anderen hebberig zijn, en hebberig wanneer anderen bang zijn.”
* (Special Drawing Rights, een soort internationale vouchers die gebruikt kunnen worden om bestaande valutareserves van andere landen aan te vullen)
 
Loraine Bito heeft de opleiding Bestuurlijke Informatiekunde gecombineerd met de universitaire studie Cultuur, Organisatie & Management om inzicht te verkrijgen in de menselijke factor tijdens veranderingstrajecten. Als IT Business Consultant begeleidde zij tijdens verschillende verandering- en transformatieprojecten van o.a. ABN AMRO Bank, ING Bank en RBS business alignment processen op het snijvlak van Business en ICT. Nu is zij werkzaam als zelfstandig ondernemer bij LB Change Facilitation. 

Gerelateerde artikelen