Genomineerden CFO-scriptieprijs aan het woord: ‘CFO dreigt zijn objectiviteit te verliezen’

fallback
Tijdens de komende CFO-day op 16 juni maakt voor de eerste keer ook aanstormend talent kans op een prijs. Vijf (oud-) studenten dingen mee naar de CFO-scriptieprijs 2005. Allen hebben hun nominatie te danken aan een uitmuntende eindscriptie over een onderwerp dat relevant is voor de CFO. Vier van hen spreken zich uit over het onderwerp van hun scriptie, hun visie op het vak van de financiële manager en natuurlijk hun verwachting van de komende CFO-day.

Jury-voorzitter Dirk Swagerman had met zijn collega-juryleden de moeilijke taak om de vijf beste scripties eruit te vissen. Swagerman: “De kwalitatief minder goede scripties haalden we er zo tussenuit. Het werd lastiger toen we bij de beoordeling van de topscripties terechtkwamen. We hebben daarover binnen de jury menig discussie gevoerd. Het belangrijkste beoordelingscriterium was voor ons de relevantie voor de CFO. Het onderwerp moest passen binnen het denkkader van de huidige CFO. Daarnaast werden ook het wetenschappelijk niveau en de journalistieke mogelijkheden van de werkstukken beoordeeld.

Patrick Verwijmeren is de eerste genomineerde. Hij studeerde in maart 2005 af met een scriptie over de invloed van boekhoudstelsels op beslissingen van het management. “Ik concludeer daarin dat nieuwe boekhoudstelsels, zoals IFRS een wezenlijke invloed hebben op de primaire bedrijfsvoering. Dit zou eigenlijk niet mogen, omdat de kasstromen identiek blijven”. Verwijmeren heeft de scripties van de vier overige genomineerden niet gelezen en kan dus weinig zeggen over zijn kans op de prijs en het geldbedrag van 3000 euro. Hij heeft wel een vermoeden waarom hij genomineerd is. “Ik denk dat het praktijkgerichte karakter van mijn onderzoek de jury heeft aangesproken. Ik heb geprobeerd de werkelijke gang van zaken te belichten. Om dat te bewerkstelligen heb ik veel managers persoonlijk geïnterviewd”.

Verwijmeren zal als mogelijk CFO van de toekomst een vak gaan bekleden dat naar eigen zeggen nog meer van hem zal eisen. “Wat mij opvalt is dat de grens tussen de CFO en CEO aan het vervagen is. De CFO van de toekomst houdt zich niet uitsluitend met cijfers bezig. Meer nog dan dat wordt van hem een visie verwacht”.

Hij verwacht dat de CFO-dag hem meer oplevert dan een mogelijke prijs. “Het is voor mij een unieke kans om kennis te maken met de denkwereld van de CFO. Ik neem aan dat er ook veel gelobbyd gaat worden. Ik ben benieuwd hoe dat in zijn werk gaat. Voor mijn persoonlijke carrière kan het natuurlijk ook interessant zijn, al ben ik de komende vier jaar bezig met promotieonderzoek op het gebied van Corporate Finance”.

Bij Kim van Houwelingen vormen de nieuwe boekhoudstelsels ook onderdeel van haar scriptie. “Ik heb onder meer onderzocht welke invloed de nieuwe regels hebben op Risk Management”. Van Houwelingen’s algemene conclusie luidt dat Risk Management een steeds belangrijker onderdeel van de bedrijfsvoering is geworden. “Vooral bij grote organisaties vormt het een apart onderdeel van de organisatie. Bij de kleinere ondernemingen zie je dat Risk Management nog onderdeel is van het takenpakket van de controller”

De Moordrechtse denkt vooral dat haar gedegen literatuuronderzoek heeft bijgedragen aan de kwaliteit van haar scriptie. Daarnaast heeft ze zich niet beperkt tot een type onderzoek. “Allereerst heb ik een casestudie gedaan bij een bedrijf. Daarnaast heb ik een onderzoek gedaan naar verschillende jaarrekeningen en tenslotte heb ik verschillende Riskmanagers geïnterviewd”.

Van Houwelingen denkt net als Verwijmeren dat de CFO in de toekomst een meer strategische positie in zal nemen binnen het bedrijf. “Als je kijkt naar Risk Management dan denk ik dat hij niet alleen deskundig moet zijn op het gebied van financiële risico’s, maar ook kennis moet hebben van compliance-risico’s en IT-risico’s”.

Ongeacht de uitslag wil van Houwelingen er komende donderdag vooral een leuke dag van maken. “Ik ga er onbevangen zonder directe doelen naar toe. Een onderwerp als Corporate Governance heeft mijn speciale aandacht, omdat een deel van mijn scriptie daarover ging.

Derde genomineerde Marcel Oerlemans werkte, toen hij met zijn scriptie bezig was, al bij het Petrochemische bedrijf SABIC-Europe. Van zijn werkgever kreeg hij de mogelijkheid om binnen de onderneming onderzoek te doen naar het budgetteringssysteem en Performance Management Systeem. Oerlemans heeft zich voornamelijk met de vraag bezig gehouden in welke mate het traditionele jaarlijkse budgetteringssysteem vervangen zou kunnen worden door het zogenaamde Beyond Budgetting. “Ik ben tot de conclusie gekomen dat volledige vervanging nog niet mogelijk is; simpelweg omdat SABIC een international bedrijf is. Het hoofdkantoor bevindt zich in Saudi Arabië. Op een aantal onderdelen is echter wel degelijk vernieuwing en verbetering mogelijk. Zo is het principe van Rolling Forecast heel goed toe te passen. Daarbij zou je de budgettering tussentijds kunnen aanpassen. Ook zou je veel meer kunnen kijken naar wat de concurrentie doet”.
Oerlemans denkt dat zijn praktijkgerichte aanpak de jury uiteindelijk heeft overtuigd om hem te nomineren. “Ik had natuurlijk het geluk dat ik van SABIC-Europe alle medewerking heb gekregen”.

Ook Oerlemans constateert dat de rol van de CFO aan het veranderen is. “De afgelopen tien jaar zag je een verschuiving van scorekeeper naar businesspartner. Nu constateer ik echter dat daar soms te ver in door wordt geschoten. Het gevaar bestaat immers dat de financiële manager zijn objectiviteit gaat verliezen. Je kunt niet controleur zijn en tegelijkertijd beslisser. Het zou mij niet verbazen als CFO’s in de toekomst rapporteren aan de Raad van Commissarissen in plaats van aan de Raad van Bestuur”.

“Komende donderdag zie ik als een uitgelezen kans om interessante mensen te ontmoeten en mijn kennis te vergroten. Vooral over het onderwerp IFRS hoop ik nuttige informatie te krijgen. Bij SABIC-Europe zijn we momenteel bezig met de voorbereiding voor implementatie. Een paar handige tips zijn dan nooit weg”.

Ook banken zijn sinds kort gebonden aan nieuwe regelgeving. Zo is daar Basel II, een
akkoord tussen banken, centrale banken en toezichthouders om verschillende typen risico’s onder controle te houden. Noelle Honings heeft onder deze noemer voor De Lage Landen een onderzoek gedaan naar Default Correlation. Kort gezegd heeft ze naar verbanden gezocht tussen verschillende faillissementen. Op basis daarvan heeft ze een risicomodel gemaakt. Honings komt in haar scriptie met een opzienbarende conclusie: “Over het algemeen genomen hebben banken in het verleden de mate van Default Correlation te hoog ingeschat. Dat betekent dus ook dat ze risico’s te hoog hebben ingeschat”.

Honings heeft vooral positieve reacties gehad op de leesbaarheid van haar scriptie. “Ik heb op een geduldige en eenvoudige manier proberen uit te leggen waarom ik dit onderzoek heb gedaan. Dat gebeurt lang niet altijd. Veel studenten beginnen hun scriptie meteen met cijfers en statistieken”.

Net als van Houwelingen benadrukt Honings het belang van risico-management. “Er wordt nu nog teveel vanuit de prijs geredeneerd. Ik denk dat in de toekomst het belang van een goede risico-analyse steeds meer op waarde geschat gaat worden”.

Gerelateerde artikelen