Falende governance oorzaak kredietcrisis

Terwijl de rookwolken rond de kredietcrisis langzaam optrekken, vraagt iedereen zich af hoe het zo mis heeft kunnen gaan en waarom de markt niet eerder heeft gereageerd op signalen dat het misging. Misschien nog wel belangrijker is de vraag welke lessen hieruit kunnen worden getrokken om te voorkomen dat de situatie zich herhaalt.

Karina Litvack van vermogensbeheerder F&C stelt dat de crisis het gevolg is van een combinatie van factoren, maar de belangrijkste daarvan is toch een falende governancestructuur. “Banken en hun besturen hebben gefaald in het begrijpen, beheren en waarderen van de systematische risico’s.

Ook de beloningsstructuren in de banksector hebben ertoe geleid dat bestuurders van financiële instanties grote risico’s hebben genomen die ze niet volledig konden doorgronden.” Het falen zit ook in de rol van aandeelhouders die raden van bestuur terug moeten roepen. Ze moeten goed geïnformeerd en vanuit hun verantwoordelijkheid het gesprek met de raad van bestuur aangaan, vindt Litvack, hoofd van de afdeling Governance & Sustainable Investments bij F&C.

Litvack gelooft in actief aandeelhouderschap en is de afgelopen jaren de confrontatie met verschillende raden van bestuur aangegaan. Zij maakte niet alleen gebruik van haar stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen, maar zocht ook actief de dialoog met bestuurders van de grootste financiële instituten ter wereld.

“We oefenden een zeer actief aandeelhouderschap uit en toch gebeurde het. Het probleem is dat je vaak op individuele basis met een board spreekt. Je spreekt nooit alle partijen in een sector op het hetzelfde moment. Alle partijen beroepen zich op hun eigen belangen. Als je bijvoorbeeld de kortetermijnbeloning ter discussie stelde en vroeg om die te vervangen door een langetermijnbeloning, kreeg je als antwoord: ‘Alle partijen doen het en als wij het niet doen, verliezen we ons concurrentievoordeel.’

De markt is blijkbaar niet in staat een bestaand probleem op te lossen. We hebben de afgelopen jaren genoeg geluiden gehoord dat er een liquiditeitsbubbel aan het ontstaan was, maar niemand ondernam actie.”

Hetzelfde geldt volgens Litvack voor het uit de hand gelopen renumeratiebeleid bij financiële instellingen. “De laatste zes à zeven jaar was het voor verschillende partijen duidelijk dat dit uit de hand liep. We hebben ook gewaarschuwd. Maar we hebben nooit de omvang van de systeembreakdown kunnen overzien. We maakten ons wel zorgen over bepaalde bedrijven.”

Een deel van de problemen hangt samen met het systeem van benoemingen in de VS, zegt Litvack. “In de VS wordt de board of directors benoemd door de chairman of the board, die in 99 procent van alle gevallen ook CEO is. Als je wilt worden benoemd, ga je geen opstand tegen de chairman voeren. Je zou de functie van chairman en CEO moeten scheiden.

In de VS hebben de beleggers geen manier om tegen de benoeming van een boardmember te stemmen. Je kunt alleen je stem onthouden. Boards hebben verantwoordelijkheden tegenover aandeelhouders.”

Het Rijnlandse model, waarin de raad van bestuur wordt gecontroleerd door een onafhankelijke raad van commissarissen, is volgens Litvack niet per se een beter alternatief. “De raad van commissarissen is niet belast met de dagelijkse gang van zaken en kan geïsoleerd raken van informatie in de onderneming.

Kennis is in dezen macht. Een raad van commissarissen moet de board uitdagen en tot nadenken stemmen. Daarom zijn wij ook tegen de benoeming van voormalige CEO’s in de raad van commissarissen, dan gaan ze zichzelf controleren.”

De komende tijd zal de aandacht van F&C zich richten op een betere financiering van banken, een aanpassing van het beloningsbeleid en een nog nauwkeuriger blik op het resultaat van het management. Litvack verwacht ook dat er aan meer regelgeving niet valt te ontkomen, maar dat hoeft niet negatief te zijn, zolang er sprake is van slimmere wetgeving.

Een ander punt van aandacht dat volgens Litvack als gevolg van de kredietcrisis niet naar de achtergrond mag verdwijnen, is het streven naar duurzame ontwikkeling. “Het risico bestaat dat bedrijven de les van de kredietcrisis niet leren. De markt is niet succesvol in het inprijzen van risico’s zoals die van ingewikkelde derivaten.

Mijn zorg is dat dit ook gebeurt met klimaatrisico’s. De uitstoot van CO2 is nu niet ingeprijst, terwijl dit ook een groot toekomstige risico vormt. We moeten leren van deze crisis en vroegtijdig reageren om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen in plaats van te denken ‘go with the flow’.

Het risico is dat nu iedereen gericht is op corporate survival, terwijl het nieuwe probleem, de climatecrunch zich ontwikkelt. De creditcrunch is pijnlijk, maar vooral een cyclisch probleem. Dat lost zich op. Ten aanzien van het klimaat zijn er geen lessen uit de geschiedenis te trekken. We weten niet waar we heen gaan, we vechten een nieuwe oorlog uit op de fundamenten van de vorige.”

Volgens Litvack laten bedrijven de zaken op hun beloop. “Bedrijven weten dat ze een hoge CO2-emissie hebben en weten ook dat hier hogere belastingen op zullen komen. Ze zouden moeten overstappen op nieuwe technologieën of producten, maar dat is risicovol en vergt investeringen. Uitstel maakt de problemen echter alleen maar groter”, meent Litvack.

“Mensen hebben nog geen idee wat dit gaat betekenen op het gebied van belasting en regelgeving. Ook de kosten die voortvloeien uit de klimaatverandering, van overstromingen en droogte, zijn nog niet bekend. Verzekeraars moeten dit uitvinden, deze kosten zijn nu nog niet in de prijs ingecalculeerd.”

Tot twee maanden geleden was er een groeiend besef van de uitdaging en een groeiend aantal bedrijven die het milieu als risico zagen. Zij lobbyden ook bij de overheid om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Nu is echter alles gericht op de crisis.

“Bedrijven als Wal-mart, BP en Shell hebben hun betrokkenheid niet gestaakt, maar zijn nu drukker met het lenigen van de onmiddellijke nood en de recapitalisatie van hun onderneming. Ik ben er echter van overtuigd dat corporate governance en het milieu hand in hand kunnen gaan. Duurzaamheid volgens F&C richt zich op milieu, maatschappij en goed ondernemingsbestuur. Nu ligt vanwege de kredietcrisis het accent op corporate governance. Maar zodra de rust is teruggekeerd, zal er ook aandacht moeten zijn voor milieu en maatschappij.”

“Om tot een oplossing te komen zouden CEO’s in de toekomst vaker met elkaar moeten discussiëren over duurzaamheid. Het is een probleem dat alle bedrijven aangaat en alleen als ze samenwerken, kan er een oplossing komen. Ze moeten zich ook realiseren dat sustainability niet alleen iets is van overheid en actiegroepen, maar dat zij zelf deel van de oplossing zijn.”

 

Gerelateerde artikelen