Commissarissen onbewust van consequenties bij falen

Slechts een derde van de commissarissen weet zeker dat er consequenties zijn verbonden aan het slecht functioneren van de raad of een individuele commissaris. 60 procent geeft aan te verwachten dat er consequenties aan worden verbonden, maar het niet zeker te weten. En zeven procent stelt dat er geen consequenties aan worden verbonden, meldt Ernst & Young.

Bij slecht functioneren moet worden gedacht aan vergaderingen verzuimen of onvoorbereid bijwonen, stukken niet of vluchtig lezen en onvoldoende inbreng hebben. De door de onderzoekers genoemde consequenties variëren van een normoverdragend gesprek, vrijwillig terugtreden, geen herbenoeming, aanpassing van het salaris tot ontslag.

Een en ander blijkt uit onderzoek van het Rotterdamse Instituut Toezicht en Compliance onder 417 commissarissen bij beursgenoteerde en private ondernemingen, woningbouwcorporaties, ziekenhuizen en familiebedrijven. Het onderzoek wordt donderdag gepresenteerd op een commissarissendag van het Nederlands Kenniscentrum voor Commissarissen NKCC.

‘Het evalueren van het eigen functioneren is een zwakke plek bij commissarissen’, zegt onderzoeker Auke de Bos, die vooral geschrokken is van de zeven procent die heeft ingevuld dat slecht presteren geen consequenties heeft. Beursfondsen zijn op dit onderdeel overigens een positieve uitzondering. De evaluatie van het eigen functioneren gebeurt in de meerderheid van de gevallen met de gehele raad en niet individueel. Daarbij wordt weinig gebruikgemaakt van externe deskundigen.

Het onderzoek toont verder aan dat er weinig vernieuwing zit in de rvc. Het zijn nog altijd vooral mannen, in de tweede helft vijftig, academisch gevormd met gemiddeld 2,4 commissariaten waaraan 23 uur per maand wordt besteed. Commissarissen zouden overigens zelf graag meer diversiteit zien.

Gerelateerde artikelen