Column M. Gianotten: ‘Uitbesteden is meer dan alleen kosten kneden’

fallback
De luchtvaart-, supermarkt- en telecomwereld is er al langere tijd mee vertrouwd: prijserosie. Het is het gevolg van het feit dat als het onderscheidende karakter van een product of dienst verdwijnt, de prijsconcurrentie - oftewel commoditization - vrij spel krijgt.

De prijserosie die vervolgens plaatsvindt heeft grote impact op de marktverhoudingen. Veel bedrijven kunnen niet mee in de prijzenslag. Hun kostenstructuur laat het eenvoudigweg niet toe. De organisatie is te log, de procesgang te divers.

Die complexiteit is ook terug te vinden in hun (IT-)systemen. Het is opmerkelijk dat IT vaak een weerspiegeling is van de verkokerde en bureaucratische ondernemingsstructuur. Wendbaar reageren op marktveranderingen is dan onmogelijk.
Dure IT waar je niets mee kunt, verleidt menige CFO tot zo snel mogelijk
uitbesteden. En inderdaad, als gevolg daarvan dalen de kosten van IT iets door standaardisatie en goedkopere vervangingstechnologie, maar het echte businessprobleem is daarmee niet opgelost.

Bedrijven betalen door outsourcing weliswaar minder voor hun IT, ze zijn nog net zo vastgeroest als vroeger. Wendbaar reageren op negatieve marktontwikkelingen is er niet bij.

Ondernemingen staan nu voor de opgave om het echte probleem met IT aan te pakken. Door schaalvoordelen te benutten is outsourcing een middel om kosten te verlagen. Toch staren te veel CFO’s zich blind op de kostenvoordelen.

Uitbesteding moet onderdeel zijn van het gevecht om tijd, talent en aandacht van het management terug te krijgen. Maar dat gebeurt niet. Grote bedrijven hebben blijkbaar een immuunsysteem dat zorgt voor het doorlopend uitdijen van niet terzake doende activiteiten. Waarom?

Elk gedrag dat niet leidt tot een stijging van de toekomstige aandelenkoers – hype en fraude daargelaten – of niet meer waarde voor klanten creëert, moet worden ‘afgeleerd’.

Outsourcing kan de aandeelhouderswaarde vergroten. Maar dan moet
je als bedrijf wel verder gaan dan het uitbesteden van IT-infrastructuur, zoals desktops en rekencentra.

Voorbeeld: Cisco produceert niets zelf en besteedt zelfs al een deel van de R&D uit. Strategie, ketenmanagement, marketing en het management van verkoopkanalen vormen daar de kernbusiness, niet het ‘ijzer’.

De opkomst van business process outsourcing geeft andere bedrijven een kans om dit voorbeeld te volgen. Alle processen – en dus onderliggende applicaties – die voor het marktaanbod geen verschil uitmaken, kunnen worden vervangen door confectiesoftware die door derden wordt beheerd.

Niet alleen het pakket is standaard, maar ook de business rules en het datamodel.
Op dat moment kun je als onderneming diverse businessprocessen – en niet alleen staffuncties als HR – loskoppelen en onderbrengen bij derden die ze managen (samen met de processen van je concurrenten).

Die stap moet je wel durven zetten. Te vaak worden – als laffe ’tussenoplossing’ – staffuncties gecentraliseerd om kostenvoordelen te benutten. Maar dan wordt weer dezelfde fout gemaakt.

Want die nieuwe eilandjes kosten weer aandacht en voegen geen waarde toe aan het aanbod voor de markt. Topmanagers – en zeker CFO’s, die ook aan de performance op langere termijn moeten denken, buiten de kwartaalmolen om – moeten een grotere stap zetten.

Alle procesbundels die geen onderscheidende waarde toevoegen – in lijn en staf – zullen als componenten moeten worden verpakt. Het proces met organisatie en IT moet uit het bedrijf kunnen worden gelicht en worden uitbesteed.

Pas dan kan een onderneming het talent, de schaarse tijd en vooral de aandacht van het topmanagement richten op datgene wat echt belangrijk is voor de aandeelhouders en klanten.

Marco Gianotten is ondernemer, auteur van diverse boeken, waaronder IT in de boardroom en IT Turnaround, en oprichter van het kennisplatform ‘Topmanagement en IT’. Hij is te bereiken via marco@giarte.com

Gerelateerde artikelen