Actualiteiten bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid in een faillissementssituatie is met enige regelmaat in de rechtspraak aan de orde. Artikel 2:248 lid 2 BW creëert hoofdelijke aansprakelijkheid voor zowel statutaire als feitelijke bestuurders voor het tekort na het faillissement van de vennootschap, indien een bestuur niet heeft voldaan aan zijn boekhoudverplichting of de verplichting betreffende de - tijdige - publicatie van de jaarstukken.

Als gevolg hiervan wordt onweerlegbaar vermoed dat het bestuur zijn taken (ook voor het overige) onbehoorlijk heeft vervuld, alsmede dat deze onbehoorlijke taakvervulling weerlegbaar wordt vermoed een belangrijke oorzaak te zijn geweest van het faillissement van de vennootschap.

Dit laatste vermoeden is dus vatbaar voor tegenbewijs. Wat zijn de actualiteiten op dit vlak? De boekhoudverplichting en de verplichting tot tijdige publicatie van jaarstukken. Doel van de boekhoudverplichting is dat uit de administratie van de rechtspersoon te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend.

De verplichting tot publicatie van jaarstukken sluit daarbij aan. De rechtbank Dordrecht oordeelde op 28 november 2007 dat dit inzicht in de vermogenspositie van de rechtspersoon niet kan worden verkregen als de administratie bestaat uit een cd-rom met nauwelijks te ontcijferen gegevens en een op papier gestelde balans en staat van baten en lasten ontbreekt.

Ook als de administratie door een bestuurder bij eenderde is opgeslagen en vervolgens door brand is vernietigd, ontslaat dit een bestuurder niet van haar verplichting een deugdelijke administratie van de (gefailleerde) onderneming te voeren en te bewaren.

De verantwoordelijkheid voor het voeren en bewaren van een juiste administratie rust op het bestuur van de vennootschap en niet op een boekhouder en/of bedrijfsleider, aldus het hof Leeuwarden in zijn arrest van 8 mei 2007.

Bij onder meer de verplichting tot tijdige publicatie van jaarstukken geldt dat een ‘gering verzuim’ niet tot bestuurdersaansprakelijkheid hoeft te leiden. Als voorbeeld daarvan geldt het gedurende twee weken intern gebruiken binnen een rechtspersoon van een nog niet door de algemene vergadering van aandeelhouders vastgestelde en vervolgens gedeponeerde jaarrekening die mogelijk een gebrek vertoont, aldus het hof Leeuwarden in zijn arrest van 30 januari 2008.

 

Bron: Tijdschrift Financieel Management: Legal Update ism Banning Advocaten

Gerelateerde artikelen